Vooraf
Voor velen die de oorlog meemaakten, blijft de 17e september 1944 een gedenkwaardige dag. Die zondag landen geallieerde parachutisten bij bruggen op de route van Eindhoven naar Arnhem.
Gelijktijdig startte een landoffensief om een corridor te forceren om zo contact te kunnen leggen met de luchtlandingstroepen. Veldmaarschalk Montgomeny’s plan Operatie Market Garden was gestart. Een gewaagde poging om Nederland zo snel mogelijk van de Duitsers te bevrijden en de oorlog zo spoedig mogelijk te beëindigen. Zoals bekend strandde het in Arnhem.
Als gevolg van dat stagneren bij Nijmegen en Arnhem kwam de opmars tot staan en ten gevolge van het bar slechte winterweer vorderde men maanden nauwelijks en ging
de strijd over en weer. Vliegveld Volkel was eind augustus en begin september 1944 zo zwaar door de Amerikanen en Engelsen gebombardeerd, dat het verlaten werd en de nog aanwezige vliegtuigen die nog vliegklaar gemaakt konden worden trokken zich terug.
Collectie traditiekamer Typhoon Volkel
Om luchtsteun te verlenen aan het l ste Canadese Leger was het noodzakelijk dat er in het zuid-oosten van Nederland enkele vliegvelden werden aangelegd, eind 1944.
De Royal Air Force beschikte over zogenaamde Airfield Construction Groups, eenheden die belast waren met het aanleggen en onderhouden van vliegvelden en het bijbehorende wegennet.
Plaats en Datums
197 Squadron was stationed at the following airfields:
Drem, East Lothian from 25.11.42
Tangmere, Sussex from 28.3.43
Manston, Kent from 15.3.44
Need’s Oar Point, Hants. from 10.4.44
Hurn, Hants. from 2.7.44
B 15, Normandy from 9.7.44
B 3, Normandy from 15.7.44
Manston, Kent from 2.9.44
B 51 Lille, France from 11.9.44
B 70 Antwerp, Belgium from 2.10.44
B 89 Mill, Holland from 8.2.45
B 105 Drope, Germany from 16.4.45
B 111 Ahlorn, Germany from 30.4.44
R 16 Hildesheim, Germany from 8.6.45
De aanleg van het vliegveld door Luitenant-kolonel G.C. Clark, OBE, die in 1944 commandant was van de 25 ste Airfield Construction Group van de Royal Engineers. Begin dec, 1944 was het stafkwartier hiervan gelegerd te Westerloo, 25 km. ten oosten van Antwerpen. Een halve group werkte op het vliegveld`Gilze-Rijen, de andere halve group was te werk gesteld op het vliegveld Ursel ten noorden van Gent.
Rond 10 december werd het bevel ontvangen het gebied ten westen van Grave te verkennen en er een plaats voor een vliegveld te zoeken. Het moest een permanente basis worden voor 2 groepen jachtvliegtuigen en het zou operationeel moeten zijn in 1945. Gezien deze overwegingen kon er geen tijd worden verspild aan uitgebreide verkenning en planning. Al spoedig werd er een uitstekende plaats gevonden op een stuk heide ongeveer 1.km ten oosten van het dorpje Langenboom en er werd begonnen met de nauwkeurige planning en de organisatie van het werk. Deze organisatie werd echter niet geapprecieerd door de ‘Hoge Heren’. Naar hun idee werd er pas gewerkt als buldozers de grond omwoelden en er volgden dan ook verschillende uibranders. Op 19 december hadden ze de zaken onder controle gekregen en het veld was afgebakend, het land was gemeten, de grondverplaatsing was berekend en de taken waren verdeeld, De halve groep (de 681 ste Road Construction Company en de 217 de Company Pioneer Corps), die vanuit Gent waren opgerukt , begon de grond te deployeren. Het bericht kwam dat het vliegveld niet in maart maar al in februari bruikbaar moest zijn voor een groep wing jagers, van vijf squadrons.
Verder moesten er voorzieningen worden getroffen om het betrokken RAF-personeel te huisvesten. Omdat hierdoor de oorspronkelijke plannen danig werden gewijzigd moest er versterking komen.
Op 1 Januari 1945 waren 681 Read Construction Compagny, 217 Pioneer Corps Compagny, een extra pioneercompany alsmede een detachement van de 23ste Airfield Construction Groep samengekomen op het vliegveld. De veldcompagnie van 50 General Headquarters Troops Engineers was al in Mill gestationeerd dit personeel werd gedeeltelijk in Langenboom, Zeeland en boerderijen in de omgeving ondergebracht.
Filmpje over de aanleg van B89 op de heide bij Langenboom (IWM)
Het Groeps hoofdkwartier was eerst in Gemert en werd later overgeplaatst naar Veghel. Op 1 januari werden de eerste plaggen omgespit en de buldozers losgelaten. Er werd gewerkt volgens een nieuwe opzet, die door zijn eenvoudige uitvoering zo in de smaak viel bij de RAF, dat hij later ook voor andere vliegvelden werden gebruikt. Het plan was gebaseerd op een centrale Landingsbaan met aan elke kant een RAF vliegtuiggroep. Parallel aan de baan liepen de taxi-banen, die allen gebruikt zouden worden door vliegtuigen, en haaks hierop waren de vliegtuigparkeerplaatsen (twee voor elk squadron). Aan het eind van deze standplaatsen en parallel aan de baan liep de weg rond het vliegveld voor de transportvoertuigen. Deze wegen waren aan beide zijden verbonden met al bestaande vaste wegen, die oost-west liepen aan de noord-en zuideinden van de baan (die lag NO-ZW). Transport voertuigen konden dus rond het veld rijden of vliegtuigen bevoorraden zonder het vliegverkeer te hinderen. Bij de verkenning van het terrein werd onder de bovenste veenlaag een uitstekende basis gevonden van zanderig grind. Om een vliegveld te maken voor alle weersgesteldheden, werd besloten deze veenlaag (gemid, 60 cm diep) eraf te halen en de PSP meteen op de zandige ondergrond van de baan, de taxi-banen en de standplaatsen te leggen.
PSP (Perforated Steel Planking) dit waren geprofileerde, geperforeerde stalen platen, ongeveer 40 cm breed en 3 meter lang, welke d.m.v. de aan de zijkant aangebrachte haken aan elkaar konden worden bevestigd. Hierdoor kon men als het ware een oneindig groot stalen “tapijt” vlechten.
De afgegraven grond werd tussen beide standplaatsen voor halve squadrons gestort. Deze bergen (scherfwallen) boden een uistekende bescherming voor de vliegtuigen tegen eventuele vervelende incidenten. Er werden 140 Nissen hutten, 72 barakken en keten gebouwd.
Voor zover bekent is werd er ruim 360000 m3 grond verplaatst en het grootste aantal tractoren en schrapers dat ooit op een dag werd ingezet was 28. Dit was een formidabel aantal er waren ook nog andere voertuigen bij het werk betrokken zoals patrouillewagens (ongeveer zes), walsen en RB 10’S.
Een ooggetuige verslag “Het weer was zo slecht als maar mogelijk in januari. Voortdurend, hagel, sneeuw en regen en er was maar een zonnige middag tijdens de werkzaamheden. Vanaf het begin werd er druk op ons uitgeoefend om een datum te geven wanneer het vliegveld gereed zou zijn voor één groep en begin januari zijden we als voorzichtige schatting 7 februari. Naarmate de tijd voortschreed werd deze datum een ware obsessie in de hoofden van de ‘Hoge Heren’ en tegelijkertijd een wazige hoop in onze dromen. Langzamerhand kwamen we erachter dat de 7 de, de uiterste datum was. Het vliegveld moest dan klaar zijn! Later begrepen we waarom. Het weer bleef zeer slecht en de baan werd een vastgevroren massa zand en sneeuw. In veel gevallen moest, voordat de schrapers aan het werk konden, de grond worden losgetrokken, die bevroren was tot een diepte van 45 cm of meer. Versteviging en nivellering van de grond waren vrijwel onmogelijk. Toen de gevreesde datum van 7 februari naderde, werd het duidelijk dat we, als we een vast oppervlak gereed wilden hebben, PSP op de basis van bevroren zand en sneeuw zouden moeten leggen. Het was onmogelijk te voorspellen wat er met deze ondergrond zou gebeuren als de dooi inviel, maar we moesten iets doen dus begonnen we met het leggen van de PSP-platen.
Boven werkzaamheden aan de vliegstrip op de Vilheide 1945
Foto onder het onderkomen van Read Construction Compagny en Pioneer Corps Compagny
En toen, op 30 januari, kwam de dooi en daarmee de troepenconcentraties voor de Reichwald-gevechten en de complete onbegaanbaarheid wegen. Onmiddellijk werden de steenleveringen voor het vliegveld gebruikt voor wegreparaties en we kregen de taak ongeveer 13 km weg te onderhouden naast onze bestaande taak het vliegveld op de 7 de te voltooien. Dit wegenonderhoud werd opgedragen aan 64 ste Road Construction Company die in de tweede helft van januari werkte aan het gedeelte van het vliegveld voor de tweede RAF groep. De baan en de helft van het veld waren klaar op de avond van 7 februari, met daarnaast voldoende barakken om het personeel van één groep te herbergen en in de morgen van de 8 ste februari kwam een Thyphoon-Groep aanvliegen om zich te vestigen, na hun eerste vlucht van die dag in de beginfase van de Reichswald –Gevechten De volgende dag maakten ze een record-aantal vluchten van de hele veldtocht. Met de komst van deze groep waren onze problemen nog niet teneinde, want we moesten nu , met even grote haast, het kamp en de vliegtuigstandplaatsen van de tweede groep gereed maken. (35 Army Cooperation and Fhotographic Reconaisse wing). Hiervoor hadden we niet meer de hulp van 50 General Headquarters Troops Engineers, die ander werk hadden gekregen in verband met de gevechten om het reichswald. We kregen echter zeer belangrijke hulp van een aantal Nederlandse burgertimmerlieden. De 35 de Group arriveerde rond 7 maart en na hun komst kon het vliegveld als volledig operationeel worden beschouwd. Het einde van het vliegveld kwam spoedig na de oversteek van de Rijn toen de vliegvelden en de RAF-groepen naar elders werden verplaatst. Ik geloof niet dat het ooit nog gebruikt is. Het was een goed veld en het is interessant om op te merken dat ondanks het feit dat de PSP op bevroren zand was gelegd, de baan uitstekend terecht kwam en geen enkel probleem opleverde”.
Vliegstrip B89 op de hei
Groep 84:
Wing 146 op Mill,
De 146ste wing van de 84 Group der 2nd Tactical Air Force bevindt zich eind 1944 op het vliegveld Deurne bij Antwerpen, code B70.
Op 16 november wordt hun nieuwe Wing Commander J.C. Wells DFC + Bar, aangesteld.
Wing 146 bestaat dan uit de volgende Squadrons:
193 sqn. “Fellowship of the Bellows” – code letter DP.
197 sqn. ——–——-—————————-— code letter OV.
257 sqn. “Burma” —————————–– code letter FM.
263 sqn. “Fellowship of the Bellows” – code letter HE.
266 sqn. “Rhodesia” ————————-— code letter ZH.
Alle sqn’s zijn uitgerust met Typhoon I.B vliegtuigen.
De squadron commandanten zijn dan:
193 sqn. S/Ldr. C.D. Erasmus, DFC, in april 1945 afgelost door
…………..S/Ldr. D.M. Taylor.
197 Sqn. S/Ldr. K.J. Harding, DFC.
257 sqn. S/Ldr. A.G. Todd, DPC.
263 sqn. S/Ldr. M.T.S. Rumbold.
266 sqn. S/Ldr. J.H. Deall, deze werd in maart 1945 afgelost door
…………..S/Ldr. R.A.G. Sheward.
…………..S/Ldr. P.J. Culligan , (klapband bij opstijgen en verongelukte)
Wing 35 op Mill
268 sqn.
Een Hawker Typhoon MK I.B bomber
Als op 8 feb. 1945 het Canadese-Britse leger de operatie Veritable start, is het gewenst dat de l46ste Wing dichter bij het front gestationeerd wordt. Zoals we al hebben gezien, verhuisd de wing (zonder 265 sqn.) hiervoor op 8 feb. naar het vliegveld van Mill, code B89.
197 Sqn. kreeg een nieuwe commandant, Sqn./Ldr. R.C. Curwen, DFC.
Twee dagen later, l0 feb, kwam het 265 sqn. aan, het had in Engeland een Armament Practice Camp (wapen training) bezocht.
Op 9 feb. valt 195 sqn. het hoofdkwartier van de Eerste Fallschirmarmee in Dinxperlo aan. Op 10 feb. voeren 4 Typhoons van 265 sqn. aanvallen uit op de spoorlijn Goude-Utrecht, een halve km ten oosten van de splitsing met de lijn naar Breukelen-Amsterdam.
De spoorbrug bij Weesp wordt op ll feb, aangevallen door 4 Typhoons van 195 sqn.
Op 14 feb. schieten piloten van 195 sqn. een alleen vliegende Bf-l09 neer, toen ze terugkeerden van een aanval op een station en een trein.
Als de l46ste wing, op 21 feb, de versterking van de Siegfried Line te Kalkar aanvalt, blijft het plaatsje in vlammen achter en brandt de gehele dag.
Group Capt. D.E. Gillam, DSO met 2 bars, DFC met bar, wordt op
28 feb, vervangen door wing Comm, wells.
De plaats van Wells als wing Leader wordt overgenomen door Sqn./Ldr. J.H. Deall, DFC, van 266 sqn.
Op 5 maart 1945 werd het 257 sqn. opgeheven.
Typhoons van 197 sqn. vallen op 15 maart met 14 bommen van 1000 pounds het station van Ommen aan. Rond 18 maart stabilizeerde het front zich aan de Rijn.
125 en 146 wing gingen zich wederom bezighouden met speciale opdrachten en vielen
op 18 maart de hoofdkwartieren van Generaal Student en Blaskowitz aan.
Op 19 maart vallen de sqn’s van de l46de wing het kasteel Schuylenburg aan bij Terborg met 184 raketten van 60 pounds, 18 bommen van 1000 pounds en 8 van 500 pounds.
Dit was waarschijnlijk een Duits hoofdkwartier. Het kasteel vloog in brand.
Op 21 maart vielen 5 sqn’s Typhoons en 5 sqn’s Spitfires een gecamoufleerd dorp bij Zwolle aan, dat gebruikt werd als depot voor parachutisten en bestookten ook het hoofdkwartier van het Duitse 25ste Leger te Bussum. Op 25 maart vallen Spits van 127
sqn. en Typhoons van 197 en 266 sqn. de Luftwaffe basis Steenwijk/Havelte aan Tijdens het offensief gedurende de Rijn oversteek, 24 maart, zorgden de sqn’s van l46ste wing voor missies tegen flakbatterijen, om de luchtlandingstroepen te beschermen. De bescherming had een gunstig resultaat, geschat werd dat het verlies van 10% aan mensen en personeel werd voorkomen.
Gedurende de 2e week van april ondernam 197 sqn. een aantal aanvallen op vijandelijke vliegvelden. Hierbij vernietigde het een Ju-88 op Brockzetel op de 10de april, keerde de volgende dag terug en verwoestte een Ju-188, een He-111 en twee onbekende vliegtuigen.
Eveneens vernielde het 5 Ju-88’s op de grond te Marx.
De 12de april ging het sqn. opnieuw naar Brockzetel en vernielde daarbij een Ju-188. Op de 11de was het 266 sqn. aktief, het vernielde een Fw-190 en een Ju-88 op een vliegveld ten noord-oosten van Cloppenburg.
Tussen 16 en 20 april verhuisde de 146 Wing naar Bl05, Drope in Duitsland.
35 Army Cooperation and Photographic Reoonnaissance Wing op
Mill B89.
Op 8 en 9 maart 1945 verhuisde de 35ste Wing van Gilze-Rijen naar B89 Mill. Het nr.4 squadron stopte met Typhoon verkenningsvluchten op lage hoogte en ging weer over op Spitfires.
De 35ste Recce wing bestond uit de volgende squadrons:
2 ….sqn. met Spitfire FR XIV, ….Code letter ….
268 sqn. met Mustang II, ………..Code letter ….
4 ….sqn. met Spitfire PR XI, Wing-commander was Wg/Cmdr. E.V. Malins, DFC.
Squadron-commandanten waren:
2 ….sqn. S/Ldr. C.E. Maitland, DFC.
4 ….sqn. S/Ldr. ….?…..
268 sqn. S/Ldr. …..?….
Vanaf de basis Mill werd de 35 Wing plotseling zeer agressief.
De nr’s 2 en 268 squadrons vlogen veel taktische verkenningsvluchten boven de Rijn.
Ze bestookten alle sleepboten, aken en andere vaartuigen die ze zagen met hun mitrailleurs.
Gedurende de verdere tijd werden de 2 squadrons gevreesde “strafers”(aanvallen met mitrailleurs en kanonnen) en voerden ze heel wat van dat soort missies uit.
Op 18 maart 1945 verloor het 2 sqn. zijn commandant, S/Ldr. Maitland, DFC; hij werd door flak geraakt in de buurt van Emmerich~Elten en keerde niet terug.
Op 1 april verloor nr.2 sqn. een van zijn vluchtcommandanten met zijn toestel.
Op 12 april kreeg het nr.2 sqn. nieuwe vliegtuigen, als aanvulling op het vroegere model Spitfire,s XIV kwamen er nieuwe Spitfire XIV-B’s bij.
Op 17 en 18 april 1945 verhuisde de 35ste Wing naar vliegveld Twente BIO6.
De Spitfire PR XI fotoverkenner, waarmee het 4de squadron vloog was een omgebouwde MK IX met intrekbaar staartwiel, ingebouwde camera’s en zonder boordkanonnen. Het toestel kon op 8,5 km hoogte een snelheid behalen van 675 km/u.
Verliesregister B89
Bron SGLO
*Vliegveld B89 Heemkundekring Langenboom
*Luisterplek Een race tegen de klok
*Film over aanleg vliegveld B89 (IWM)
*The 197 Typhoon Squadron
*The 266 (Rhodesia) Typhoon Squadron
*Typhoon prestatie gegevens en produktie lijst
*Verliesregister 1939-1945
*RAF Luchtfoto,s
*Kraters in ’t Broek de Maurik foto RAF 1945
*Luchtfoto,s Vliegveld Langenboom 1947
*SGLO Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945
*Luchtgevecht boven Langenboom
*Vliegveld Grave B82 125ste Wing Royal Air Force
*Vliegveld Volkel B80
*Langenboom bevrijd Heemkundekring Langenboom
*Vliegvelden van Brabant
Bronnen: W.Boeijen, Heemkundekringen Felix Walter, Myllesheem, Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945
SGLO, Ministerie van Defensie, Brabants Historisch Informatie Centrum BHIC
Samenstelling en illustraties in opdracht van sommers.nu